Ardennen - Analoog vs. Digitaal
Wat er nooit van komt bij een betaalde, commerciële opdracht lukt gelukkig wel vaak bij een privé uitstapje naar pakweg de Ardennen: creatieve experimentjes! Ik heb het hier al vaker geschreven en intussen heb je hopelijk al links en rechts wat resultaten gezien, maar ik ben de laatste tijd meer en meer bezig met analoge fotografie. Met filmrolletjes dus voor wie het in Keulen hoort donderen… (Lees verder onder de foto’s)
Ik gebruik daarbij voorlopig uitsluitend middenformaat camera’s, omdat dat nu eenmaal de enige werkende exemplaren zijn die ik hier in huis heb. Op mijn kast staan wel wat oude kleinbeeld toestellen, maar ik heb nog altijd niet de tijd gemaakt om die op te lappen of te checken of ze nog werken. Voorlopig blijft het dus nog even bij een Mamiya 645 en heel soms een Belair panorama-camera als het heel erg experimenteel mag worden. Die laatste is namelijk een veredelde speelgoed-camera die net ontworpen is omwille van allerlei technische imperfecties: niet instelbaar, niet 100% licht-dicht,… Heel erg leuk dus voor onvoorspelbare resultaten, maar minder interessant als je toch een ietwat consistente analoge workflow wil in de vingers krijgen. (Lees verder onder de foto’s)
Maar met die Mamiya 645 heb ik de laatste tijd geregeld gesleurd bij allerhande uitstapjes en gelegenheden. Vaak genoeg in ieder geval om enkele eerste conclusies te trekken. Eerst en vooral, alsof we dat nog niet wisten, is analoog werken vooral erg traag vergeleken met moderne digitale camera’s. Je weet dat je op een rolfilm in dit geval maar 15 shots hebt, dus je denkt sowieso wat meer na voor je afdrukt. Neem daarbij dat er geen automatische focus is en ook geen ingebouwde lichtmeter en je dus op een andere manier sluitertijd en diafragma zal moeten achterhalen. Dit alles zorgt ervoor dat “een snelle foto” er in de meeste omstandigheden niet echt in zit. (Lees verder onder de foto’s)
Hoewel je voor het beste resultaat eigenlijk best een aparte lichtmeter gebruikt (als je analoge amera die niet ingebouwd heeft), heb ik dat tot nu toe niet gedaan. Ik gebruikte meestal mijn digitale camera voor een referentie-shot en nadien paste ik mijn belichting aan “op het gevoel”. Natte-vinger-werk dus. En hoewel ik best kan leven met de resultaten tot nu toe, ben ik toch vastbesloten om het iets exacter aan te pakken volgende keer en dus toch te sleuren aan een externe lichtmeter. Sleuren zijn we nu eenmaal gewoon als fotograaf… (Lees verder onder de foto’s)
Want voor alle duidelijkheid: deze eerste analoge experimentjes zijn pas het begin.Ik heb jaren geleden, tijdens mijn fotografie-studies, bijna uitsluitend analoog gewerkte en hoewel ik merk dat alles redelijk snel terug vertrouwd aanvoelt, toch merk ik dat er ook veel “vakmanschap” verloren is gegaan door digitaal te werken. Hoewel ik net hou van de technische imperfecties van verouderd analoog materiaal en de beperkingen van film, toch wil ik proberen om ook in mijn analoog werk zo veel mogelijk consistentie en technische perfectie te krijgen als het medium toelaat. Of beter: zo veel als mijn analoog materiaal toelaat.
Als ik de analoge en digitale beelden van een recent weekendje Ardennen naast elkaar vergelijk, denk ik dat er aan de analoge kant nog wel ruimte voor verbetering is. Anderzijds vind ik WEL dat de analoge beelden “iets hebben” wat ik mis in de digitale foto’s, maar misschien is dat puur een vooroordeel? Wat vinden jullie?
Let me know!
Roel