Uitdagingen in concertfotografie
Dat ik graag op zoek ga naar een nieuwe uitdaging in mijn fotografie mag intussen geen verrassing meer zijn. Persoonlijk werk is voor elke fotograaf belangrijk: de ontwikkeling van je eigen stijl, nieuwe technieken proberen, een onderwerp uitdiepen…. Mijn 365-project was zo een uitdaging, net zoals het recente voornemen om geregeld zelfportretten te maken. Ik haat zelfportretten voor alle duidelijkheid. (Lees verder onder de foto!)
Maar je kan ook voor een creatieve uitdaging zorgen zonder dat je een heel nieuw project moet verzinnen. Ik probeer bij elke opdracht wel een originele insteek te vinden: nieuwe locatie, andere stijl, materiaal gebruiken dat ik al lang niet meer gebruikt heb,…. Kortom: ik probeer fotografie voor mezelf uitdagend te houden door elke vorm van routine te vermijden. Net daarom stopte ik ook met huwelijksreportages: de routine werd te groot en ik vond dat er geen uitdaging meer was.
Diezelfde routine vermijd ik in alle soorten fotografie die ik doe, dus ook in mijn concertfotografie. Veel mensen denken namelijk dat concertfotografie technisch heel uitdagend is. Het licht verandert constant, het is vaak heel donker, tegenlicht, veel beweging, je kan je camera-standpunt niet echt kiezen,…. Kortom: veel factoren die je als fotograaf niet onder controle hebt en dus niet gemakkelijk? (Lees verder onder de foto!)
Ik snap dat concertfotografie een technische uitdaging lijkt voor sommige (beginnende?) fotografen, maar ik vind dat het allemaal wel meevalt. Onvoorspelbare lichtomstandigheden? Niet akkoord: je ziet perfect voor je neus wat de lichtomstandigheden zijn op elk moment. Als je een beetje kijkt en luistert en vooral aandacht hebt voor het werk van de lichttechnici die de sfeer en show bepalen, dan weet je perfect wanneer je frontaal, zij- of tegenlicht krijgt. Je ziet en hoort perfect wanneer de sfeer heel donker of net heel helder is. Er zijn uiteraard abrupte wisselingen in sfeer en belichting, maar in grote lijnen is het perfect voorspelbaar. Met de moderne mirrorless camera’s heb je nog als bijkomende luxe dat je in de zoeker perfect ziet hoe licht of hoe donker je foto zal worden, dus al bij al zijn er weinig verrassingen.
Ook het camera-standpunt is minder beperkt dan je denkt. Toegegeven: meestal ben je beperkt tot een plaatsje ergens onderaan het podium, maar veel fotografen vergeten precies dat ze daar niet MOETEN blijven. Het is niet omdat je ergens MAG komen waar het algemene publiek dat niet mag, dat je ook de hele tijd daar MOET blijven. Als ik zelf een concert fotografeer en ik zie dat er al een aantal fotografen onderaan het podium staat, dan ben ik snel geneigd om daar niet te lang te blijven. Enkele snelle close-ups en “must have” foto’s, maar dan zo snel mogelijk op zoek naar een originelere plek. Veel fotografen kijken wat neer op “fotograferen van tussen het publiek”, maar zelf doe ik niks liever. De reactie van fans op de show van hun favoriete artiest hoort voor mij ook bij de beleving van een concert en dus zeker ook in de fotoreeks die ik ervan maak. In Het Depot zie je me dus steevast ook tussen het publiek fotograferen, vanop het balkon of ergens achter de schermen: veel origineler, zorgt voor een andere insteek en vooral voor minder routine en meer uitdaging voor mezelf. (Lees verder onder de foto!)
Maar desondanks blijf ik zoeken naar elementen die een zekere onvoorspelbaarheid in mijn beelden kunnen brengen. Ik schreef hier eerder al vaak dat ik me in de moderne fotografie stoor aan hoe “reproduceerbaar” alles is. De techniek is zo perfect geworden, dat je op voorhand als fotograaf perfect weet wat je krijgt in je uiteindelijke beeld. Handig en onontbeerlijk voor belangrijke opdrachten, maar ook wel jammer want het voelt heel snel aan als routine. Om die reden ben ik al even bezig om mijn analoge camera terug in gebruik te nemen, want met analoge fotografie heb je weer veel meer het verrassingseffect in je resultaat. Zeker omdat die oude camera’s en lenzen ook technisch minder perfect zijn, zorgen ze voor meer factoren die je resultaat onverwacht zullen beïnvloeden en die er dus voor zorgen dat je beeld minder reproduceerbaar, en dus unieker, wordt.
Maar diezelfde onvoorspelbaarheid kan je ook in de hand werken in digitale fotografie. Als je een beetje creatief bent en out of the box durft denken, zijn er mogelijkheden zat om te experimenteren en zo voor iets origineels te zorgen. Wie me tegenwoordig ziet fotograferen bij een concert, ziet me geregeld staan prutsen met spiegeltjes, mijn smartphone, stukjes plastic of andere brol voor de lens. Door allerlei transparante of reflecterende spullen voor de lens te houden, creëer ik allerlei reflecties en onscherpte in beeld die zorgen voor extra sfeer en dynamiek. Sterker nog, ik gebruik die elementen intussen zelfs om andere items in beeld te camoufleren: liever een kleurige reflectie onderaan mijn beeld dan een lelijke zwarte speaker of de voorkant van het podium. Die experimenten zorgen voor bepaalde risico’s, want ik ben nooit zeker dat het eindresultaat is zoals ik het wil. Soms worden foto’s door die extra elementen helemaal onscherp, over- of onderbelicht of wat dan ook. Maar het is net die onvoorspelbaarheid die zorgt voor verrassende effecten en dus, vind ik, betere beelden. Net daarom was ik ook zo blij met de stortbui onlangs tijdens het concert van Arsenal. (Lees verder onder de foto!)
Een vaak voorkomende regel bij concertfotografie is dat je enkel de eerste drie nummers mag fotograferen. Ook hier ben ik niet gelijk andere fotografen. Want ik hoor van collega fotografen vaak hoe jammer ze dat vinden van die eerste drie nummers, maar persoonlijk omhels ik die regel. Die tijdsdruk zorgt ervoor dat je beter gefocust bent en doet je beter nadenken over wat je wil en hoe je het gaat bereiken. Mijn standaard aanpak is steevast: één nummer met een (relatieve) telelens, één nummer met groothoeklens en dan nog één nummer om te experimenteren. Lees: tijdens dat laatste nummer komt de plastic brol uit de tas! Krijg ik dan toch nog extra tijd, dan zoveel te beter want dan kan ik extra leuke dingen en nog originelere beelden gaan zoeken, bijvoorbeeld tussen het publiek.
Kortom: waar ik vroeger als fotograaf liefst zo voorbereid mogelijk was en zoveel mogelijk omstandigheden onder controle had, ben ik intussen net meer op zoek naar onvoorspelbaarheid en factoren die me dwingen om meer te improviseren. Op die manier word je creativiteit aangewakkerd en zal het resultaat altijd beter en verfrissend zijn. Althans dat hoop ik, oordeel vooral zelf en laat weten wat je ervan vindt!
C U Soon!
Roel